‘Specifiek gen beïnvloedt hoeveel koffie mensen drinken’

Mensen die beschikken over de genvariant drinken over het algemeen minder koffie dan personen die geen drager zijn van het gen.

Dat meldt een internationaal team van onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Scientific Reports.

Vragenlijst

De wetenschappers kwamen tot hun bevindingen door het DNA te analyseren van 370 inwoners van Carlantino, een klein dorpje in het zuiden van Italië. De proefpersonen ondergingen niet alleen een genetisch onderzoek. Ze moesten ook op een vragenlijst invullen hoeveel koffie ze per dag dronken.

Uit het onderzoek blijkt dat mensen met de genvariant PDSS2 per dag gemiddeld één kop koffie minder drinken dan proefpersonen zonder het gen.

Nederland

Het onderzoek werd vervolgens herhaald met 1731 proefpersonen uit het Erasmus Rucphen Familieonderzoek, een project waarbij de genen van duizenden Nederlanders in kaart zijn gebracht. Ook uit dit experiment bleek dat mensen met het gen PDSS2 relatief weinig koffie drinken. Wel was het effect van de gen variant op de koffieconsumptie in Nederland iets minder groot dan bij de eerste studie in Italië.

“Maar de resultaten bevestigen dat onze behoefte aan koffie wel eens opgesloten zou kunnen zitten in onze genen”, verklaart hoofdonderzoeker Nicola Pirastu van de Universiteit van Edinburgh op nieuwssite Phys.org.

Cafeïne

Pirastu vermoedt dat het gen PDSS2 ervoor zorgt dat cafeïne relatief langzaam wordt afgebroken door het lichaam, zodat mensen minder snel trek krijgen in een nieuwe kop koffie. Meer onderzoek moet uitwijzen of dat idee klopt.

“We moeten de studie herhalen met nog meer proefpersonen om onze ontdekking te bevestigen, maar ook om de link tussen het gen PDSS2 en koffieconsumptie op te helderen.”

Bron: www.nu.nl, 25 augustus 2016